maandag 22 augustus 2011

En de volgende ....


Ik heb al een paar keer geschreven dat ik ze nou wel zo ongeveer heb, maar dat zal ik maar niet meer doen want er blijven toch regelmatig weer nieuwe woorden binnendwarrelen. Vandaag deze bijvoorbeeld:

Blutsen – kneuzen, stoten
Draeger – bagagedrager
Gu~ns - ginds, 'n end weg
Grie~zele - kiezeltuintje opharken
Kui – hok
Kroaze – scheuren, hard rijden
Smekke - eetgeluiden maken
Smik - zweep
Smoe~zele - motregenen
Snierke – roken (of zoiets)
Spienze - loeren
Strietse - jatten
Stoep – trottoir
Ville - kwellen, pijn doen

Blutsen: ik heb miene kop geblutst tègen de moo~r. Als je 'n appel op de grond laat vallen is hij ook geblutst.

Draeger: Mientje, kom ma da meude beej meej achter op d’n draeger.

Gu~ns: die ván Achten die woeëne doa gu~ns op de hei. Is natuurlijk hetzelfde woord als "ginds", maar dat woord wordt in het NL nauwelijks meer gebruikt. En "gu~ns" wel, vandaar.

Kui: verkeskui, kiepekui. Sjaak get merge de verkeskuien oetdoo~n. Komt natuurlijk van "kooi", maar een kooi is toch heel wat anders dan een kui.

Kroaze: komt van crossen denk ik en kan van alles zijn.

Smekke - geluiden die ontstaan als je eet met de mond open. "Neet smekke ônder 't è~te."

Snierke: ik weet het eigenlijk niet precies, maar voor mijn gevoel is het zoiets als snel tussendoor een sigaret of een pijp roken, "’n piepke snierken".

Spienze: woa zitte geej doa stiekum noa te spienze?

Strietse: Weet ik ook niet meer precies. Is het jatten? "Ik heb ván ôzze pap 'n sigret gestrietst? Zoiets?

Stoep: "Kiendjes,  nì de we~g opgoan, braaf op de stoep blieve" zeiden ze ons zo'n 60 jaar geleden.

Stoute kiendjes: op de we~g (ik met zus Mieke)
Brave kiendjes: op de stoep (zusjes Liesbeth en Mieke)

Ville: zit dát hundje nì zò te ville. Villen is ook een NL woord, maar dan betekent het: de huid afstropen.

En op 9 september stuurde Bert Thielen uit St Tönnis, zoon van Jan en Net Vermazeren, me nog twee woorden die ik niet ken:

Grie~zele: kiezeltuintje opharken. Niet zo vreemd dat ik dat woord niet ken, want wie heeft er nou een kiezeltuintje? En wie grie~zelt dat nou? Ik in elk geval niet.


Maar het tweede woord, smoe~zele, klinkt al wat vertrouwder want ik denk dat het in Lottum vaker smoe~zelde dan grie~zelde. Bert gaf als uitleg: Zachtjes regenen (in de vorm van: Heej Cueb, dot oow enne jas aan, geej werd naat… Nea os Mo, ut smoezelt ma wat).

Wij noemden dat thuis mie~zele, maar het zal in Lottum wel zó vaak smoe~zele dat we er twee woorden voor hebben. Voor de afwisseling; dat je niet elke dag hetzelfde weer hebt. Ik heb wel eens gelezen dat de Eskimo's twaalf woorden hebben voor sneeuw. Waarschijnlijk een paar minder voor zonnecrème.

Ik kan me uit de vijftiger jaren nog een krantenartikel herinneren met de titel "Lottum droogste dorp van Nederland." Klopt dat nog, met al dat gemie~zel en gesmoe~zel daar bij jullie?

Geen opmerkingen: