zondag 29 mei 2011

Allemaal op een rij

Zo, ik denk dat ik de meeste nou wel te pakken heb: 378 Lottumse woorden voor het museum. Er zullen er wel een paar bij zijn die er niet echt bijhoren omdat ze ook in het NL gebruikt worden,  "bokspringen" bijvoorbeeld, en dat er hier en daar wat Venloos dialect bijzit, o.a. "Waltje" en "fus", en dat "doeën beej" en misschien nog een paar woorden via mijn oma Nijssen vanuit Beesel binnengeslopen zijn.

Als me nog wat invalt dan zet ik het er nog bij, maar hier komt alles wat ik tot nu toe heb. Hojje wah.


1
Aafsmère
aftuigen
2
Aaftrekke
scheet laten
3
Aa~l
allemaal
4
Aalzelaeve
altijd
5
Aling
heel
6
Amazuur
blaasvermogen
7
Arig
vreemd, verdacht
8
Babbeltje
snoepje
9
Bag
big
10
Baktand
kies
11
Bandele
hoepelen
12
Baom
bodem, achterwerk
13
Bats
bil
14
Begie~n
non
15
Bels
België, Belgisch, Belgisch trekpaard
16
Bergemuuske
verstoppertje
17
Betoepe
oplichten, belazeren
18
Beye
bidden
19
Biëstig
zeer, erg
20
Bleik
bleek, gazon
21
Blöke
walmen
22
Bóch
bed
23
Boebs
blut
24
Boekèl
boeman
25
Böke
huilen
26
Bóks
broek
27
Bokspringe
bokspringen
28
Bóttermelk
karnemelk
29
Boute
schijten
30
Brandbaere
bramen
31
Broensig
bruinachtig
32
Buize
zuipen
33
Burries
twee balken aan een kar waar het paard tussen ingespannen wordt
34
Dabbe
met de handen/poten graven
35
Del ('n)
'n aantal
36
Daes
paardevlieg
37
Deem
speen van koe
38
Doeën beej
dichtbij
39
Doorslaag
vergiet
40
Drats
koffiedik
41
Drek
onkruid
42
Dreksbak
afvalemmer
43
Droasbóks
enigszins lachwekkend figuur
44
Duchtig
flink
45
(neet) Duëge
(niet) deugen, (niet) in order zijn
46
Duk
vaak, dikwijls
47
Dumpel
deuk
48
Efkes
even
49
Aek
azijn
50
Ertsbaere
aardbeien
51
Aevel
hoe dan ook, sowieso
52
Evvel
stopwoord
53
Falie (nákse)
blote kont
54
Fiemel
afwijking, hobby
55
Fiespernölleke
geen idee
56
Finte
kuren, streken
57
Fintwater/Vintwater
wijwater
58
Flatse
zakken voor een examen
59
Flet
anjer
60
Flie~s
tas
61
Foeës
loom, lamlendig, vadsig
62
Foe~tele
oneerlijk spelen
63
Friemele
met de handen ergens aan zitten te prutsen
64
Frunsele
kreuken
65
Fus
vat
66
Gaaie
bevallen
67
Gaar neet
helemaal niet
68
Gans
helemaal
69
Garepaap
halve gare
70
Gavel
hooivork
71
Geer
gierig
72
Gaer
graag
73
Gèle verf
geelzucht
74
Gelint
draadomheining wei
75
Gerf
garf, bos graan
76
Gevraet
gezicht
77
Gewaere
begaan
78
Geye
wieden
79
Graaf
sloot
80
Grei
spul
81
Greke
sjachrijnen
82
Groeëte kant
groep 2
83
Gröts
trots
84
Gruts
goot
85
Haffel
handvol
86
Hanneke
soort dikke worst
87
Hemdrok
onderhemd met korte mouwtjes
88
Hemelbieësje
lieveheersbeestje
89
Hiëp
hakbijl
90
Ho~of
tuin
91
Hoarepluk
oud Lottums gebruik
92
Hojje
dag
93
Hommele
onweren, donderen
94
Hörtje
(eier)rekje
95
Hudsel
halster
96
Huiwage
spin
97
Huukskes
hurken
98
Huuske
wc
99
Illik
bunzing
100
Inkkater
eekhoorn
101
Inkketske
eekhoorntje
102
Intrint
bijna
103
Joeks
lol
104
Joerts
mus
105
Jöke
wiebelen, wippen
106
Kaldeschie~ter
koukleum
107
Kalde schóttel
aardappelsalade
108
Kanedas
populier
109
Kao~ye
kaantjes
110
Kö~k
gazeuse
111
Kö~ke
boeren
112
Kappes
kool
113
Kel
man
114
Kelderverke
pissebed
115
Kerboet
balkenbrij
116
Kettere
hard rennen
117
Ketterschoon
gymschoenen
118
Kieps
pet
119
Kierke
big
120
Kietelstieën
afgeronde kiezelsteen
121
Klaor kómme (met elkaar)
goed met elkaar op kunnen schieten
122
Klats / kletske
hoeveelheid
123
Klef
talud, helling
124
Kleine kant
groep 1, kleuterschool
125
Klets (de)
de klets weg krie~ge: ziek, verkouden worden
126
Kleu~ch / kluchtig
lol / lollig
127
Klieëd / kledje
jurk / jurkje
128
Klots, Klötskes
gekloofd brandhout
129
Kluntjeswek
suikerbrood
130
Knam
helemaal
131
Knao~k
bot
132
Knapkook
koekje
133
Kneie
kneden
134
Knoaje
mopperen
135
Knoep
groot ding
136
Knoere
hard werken
137
Knoers
kraakbeen
138
Knoevele
knuffelen?
139
Knómmel
rotzooi
140
Koes
varken
141
Koetele
ruilen
142
Kompeneej
gezelschap
143
Krangs, unne krangse
dwars, dwarsligger
144
Krangs um
binnenste buiten
145
Kratse
krabben, jeuken
146
Krebbele
krassen op papier
147
Krek (good)
net (goed)
148
Kriemel(e)
jeuk(en), kriebel(en)
149
Kroe~t
stroop
150
Kroe~tpers
stroopfabriek van Van Soest
151
Kroe~twis
bos bloemen en kruiden
152
Kroednaegel
seringen
153
Kroëten
rode bieten
154
Krujer
schooier
155
Kruuske
gekruiste vingers bij tikkertje
156
Kuite
voetballen op één goal
157
Kummelijk
zeikerig precies
158
Kuu~me
kreunen
159
Kwaggen/kwiemen
jonge vogels
160
Kwakel
denneappel
161
Kwazel/kwazele
onzin/onzin vertellen
162
Kwekvors
kikker
163
Leis
teugels
164
Leknaas
iemand die niks lust
165
Lichtig
vaak, meestal
166
Litse
bretels
167
Löbbes
goeiige sul
168
Loeëk
uien
169
Loemele
vodden
170
Loëzie
horloge
171
Mangelwortel
veevoer, soort suikerbiet
172
Manskel, mansluuj
man
173
Mè~lkorf
Vlaamse gaai
174
Megje
meisje
175
Mei~d
verloofde
176
Meizoentje
madeliefje
177
Mè~lder
merel
178
Mey
soms
179
Mi~spel
wesp
180
Mie~mer
aalbes
181
Mie~zele
motregenen
182
Mieske
katje
183
Miet
mijt
184
Mo
moeder
185
Moa
uitroep van verbazing
186
Moeke
slijmen
187
Moelbaere
bosbessen
188
Moe~le
praatjes maken
189
Moer
waterketel
190
Moetworm
mol
191
Mök
jonge koe
192
Moor
vrouwelijk konijn
193
Möp
kooswoordje voor jonge meisjes
194
Mós
kool
195
Muuskes
biceps
196
Naeve
naast
197
Nagel
spijker
198
Náks
naakt
199
Naovenant
naar verhouding
200
Neuke
etteren, klieren, vervelend doen
201
Nieje
sterke ontkenning
202
Nöle
onzin verkopen
203
Nondejuuke
vlinderstrikje
204
Nuëj
ongraag
205
Nuëje
uitnodigen
206
Olieneutje
pinda
207
Ophöffe
optillen
208
Opstoeke
iemand aanzetten tot iets
209
Ozele
kou lijden
210
Pannestaart
kikkervisje
211
Parsvleis
huidvlees
212
Pè~k
(dropwater van) laurierdrop
213
Pee~er
regenworm
214
Petatte
aardappels
215
Pi~n, gérepi~n
gierig persoon
216
Piepwörsjes
kleine worstjes
217
Piers
perzik
218
Pimpy
babykrul
219
Pindroad
prikkeldraad
220
Pinkes
haarkrullers
221
Pispötjes
bloemen van heggewinde
222
Plak
veld
223
Plakke
opschieten
224
Plare
klungelen
225
Plats
rond brood
226
Pletske
koekje
227
Poekel
rug
228
Poelepetate
parelhoenders
229
Poem (dieke)
dikke vrouw of meisje
230
Poes
boomstronk
231
Poes-erd
humus, potgrond
232
Poe~s
bos (haar, gras)
233
Poet
buit
234
Poetje
paard
235
Potterskas
spaarkas
236
Prazel
onzin
237
Prazele
onzin vertellen
238
Preugele
vechten
239
Proa~s
leunstoel
240
Pruumkes
rozijnen
241
Pruumkes wek
rozijnenbrood
242
Pruuse
Duitsland, Duitsers
243
Puëtje trekke
varken dat geslacht wordt pootje haken
244
Pulf
peluw
245
Puine
kweekgras
246
Pulle
jonge kippen
247
Ram
helemaal
248
Rats
helemaal
249
Razelen
rillen
250
Remmel
mannelijk konijn
251
Richtig
echt
252
Roakeliezer/rökeliezer
pook
253
Roetsbaan
glijbaan
254
Roetsen
glijden
255
Ruiter
bosjes gerven
256
Ruzele
ruien
257
Schalevaeger
schavuit
258
Schans
takkenbos
259
Schietmael
melde
260
Schievele
platte steen over het water laten stuiteren
261
Schievelstiën
platte steen
262
Schink
ham
263
Schoester
schoenmaker
264
Schókkele
schudden
265
Scholk
schort
266
Schon (ja schon)
jawel
267
Schoop
platte schop
268
Schoor
onweersbui
269
Schoo~w
bang
270
Schop
open schuur
271
Schorsenere
soort groente
272
Schottelslet
vaatdoek
273
Schouw
schoorsteen
274
Schrauwe
huilen
275
Schravele
kruipen
276
Schu~pe
schooien, bedelen
277
Schuttelke
bordje
278
Slam
steenkoolslib
279
Slangkómkómmer
komkommer
280
Slet
vaatdoek
281
Sliddere
glijden
282
Slieps
stropdas
283
Sluëp
kram
284
Slup
schoot
285
Smele
biezen, haren
286
Smiespele
fluisteren
287
Snammel
stukje draad
288
Sneejer
kleermaker
289
Snel
autoped
290
Snellüeper
autoped
291
Snuupke
snoepje
292
Sókkersteel
zuurstok
293
Spaje
spitten
294
Speer (gen)
halm, met gen er voor: niets
295
Spegele
opscheppen, jaloers maken
296
Speje
spugen, overgeven
297
Sperjes
asperges
298
Spinnejaeger
ragebol
299
Spitse
verheugen
300
Spooie
haasten
301
Sproan
spreeuw
302
Sprung
bron, wel
303
Stale
lijken
304
Statie
station
305
Stechele
ruziën
306
Stekbaere
kruisbessen
307
Stekrubbe
koolrapen
308
Stevels
laarzen
309
Stinkers
Afrikaantjes
310
Stoebe
paardebloemen
311
Stoek, stoekdroad
schok, schrikdraad
312
Strèkel
deugniet
313
Strevele
ruziën
314
Striekers
lucifers
315
Strontse
opscheppen
316
Ströp/Strubbe
bengels, vervelende jongens
317
Stuute
prijzen
318
Stuutje
broodje
319
Stuutjes grie~pe
oude Lottumse folklore bij bruiloften
320
Tae~k
tikkertje
321
Tár
teer, bitumen
322
Tas
kop
323
Tattie
vies spul
324
Telder
bord
325
Tes
broekzak
326
Tif
sperma
327
Tisnaas
leknaas
328
Tod
lap
329
Toep
top
330
Toepe
kaartspel
331
Toe~r
vrouwenhoed
332
Toe~t
toeter
333
Toesse / umtoesse
ruilen
334
Tricot, triek
trui
335
Tu~ut
kip
336
Tumelemuutske
koprol
337
Tuur, verture
pen verplaatsen waaraan koe of geit vast zit
338
Va
vader
339
Vas
alvast
340
Ve~g
ondeugend meisje of vrouw
341
Velling
velg
342
Vaeme
slaan, meppen
343
Verduusseld
bewusteloos
344
Verkèt
vork
345
Verrig
klaar
346
Vès
net, pas geleden
347
Vimpe (fimpe?)
met vuur spelen
348
(Vis)ge~rt
(vis)hengel
349
Vort
voortaan
350
Vot
kont
351
Vreejer, Vreeje
verkering hebben
352
Vrek, vrech
brutaal
353
Vrommes, vrouwluuj
vrouw
354
Waers
dwars, stijfkoppig
355
Wàh
356
Waltje
tekkel
357
Wap (van de)
Wijs (van de)
358
Wazel, wazele
onzin, onzin vertellen
359
Wek
brood
360
Wè~rd
waard, wei aan de Maas
361
Wieks
schoensmeer
362
Wies
tot
363
Wiet
ver
364
Wiets
stok, twijg
365
Wings
scheluw
366
Wroebel
wasbord
367
Wuilus
lobbes
368
Wulleboëne
tuinbonen
369
Qualme
walmen
370
Zatvrèter
leknaas, iemand die altijd klaagt over het eten
371
Zeikkelder
gierkelder
372
Zeikschöpper
gier-emmer
373
Zekdempel
mier
374
Zoebele
sabbelen
375
Zumpe
huilen
376
Zwägel
lucifers
377
Zwee~l
eelt
378
Zwelf
zwaluw