zaterdag 8 november 2008

Lottumse woorden: 181 - 190



Slachten in de 50-er jaren

181 Prazel onzin
182 Prazelen onzin vertellen
183 Preugelen vechten
184 Proa~s leunstoel
185 Pruumkes rozijnen
186 Pruumkes wek rozijnenbrood
187 Pruusen Duitsland, Duitsers
188 Puëtje trekken
189 Puinen kweekgras
190 Pullen jonge kippen


Prazel, prazelen: ongeveer hetzelfde als wazel, wazelen.

Preugelen: vechten, aafsmèren. Duits: prügeln.

Proa~s: dat is nou nog eens een echt uniek Lottums woord. Komt in geen enkele andere taal voor.

Pruumkes en pruumkes wek: daar hebben we het al eens over gehad.

Pruusen: vroeger de vijand, vooral door de oorlogsverhalen van de oudere generatie (en doordat ze ons nooit lieten winnen met voetballen). "D'n beste Pruus haet nog en pè~rd gestoale" zeiden ze vroeger, maar de oorlog is nu 63 jaar voorbij en het is hoog tijd om die Duitslandhaat eens achter ons te laten. Ik mag ze tenminste over het algemeen graag, die Pruusen.

Puëtje trekken: in de vijftiger jaren was het een van de hoogtepunten van het jaar als ze bij de buren, Frans van der Zanden aan de Hombergerweg, een varken gingen slachten. Spannend was dat en wij, de Van der Zanden en Van Gool kinderen mochten dan altijd samen puëtje trekken.
Van Soest van de Broekhuizerweg was de slager. Hij kwam op zijn Berini met een of ander geheimzinnig wapen bij zich, een buisvormig apparaat en daarmee ging hij voor het varken staan, zette het tegen zijn kop en met een knal schoot daar dan een pin uit.

En dan ging het snel: het varken viel spartelend op de grond, Van Soest sprong er als een leeuw op en stak hem een scherp mes in de keel. Het bloed spoot er in een dikke straal uit en werd in een kom opgevangen.

Wat gebeurt me nou?, dacht het varken. Het schreeuwde in doodsangst en probeerde met alle macht weer op te krabbelen. Maar dat kon hij wel vergeten, daar zorgden de puëtjetrekkers wel voor. Om één van de achterpoten was een touw gebonden en doordat wij daar aan trokken had het geen kans om op te staan en zo kon Van Soest hem helemaal leeg tappen.

En als het varken leeg was en definitief verslagen dan werd hij geschoren, op een ladder gebonden, met de kop omlaag tegen een muur aangezet. Van Soest hakte vervolgens de kop in tweeën en sneed de buik van boven tot onder open en dan kon vrouw Van der Zanden beginnen de onderdelen er uit te slopen.

Eigenlijk wel een wreed, bloederig schouwspel voor kleine kinderen, als ik daar nu nog eens aan terugdenk, maar ik geloof niet dat het onze kinderzieltjes beschadigd heeft. Wij vonden het spannend, niet wreed of zielig. “Bij Zandu hebe zu een varuku geslagt” schreef mijn zus Liesbeth in 1956 enthousiast aan tante Lies Nijssen.

Puinen: nog zo’n echt Lottums woord. Dat vervelende akelige gras met wortelstokken die stiekem als slangen onder de grond door sluipen en zich over je hele tuin verspreiden. Geyen of schoeffelen helpt niet veel want er blijven altijd stukjes wortel in de grond zitten die weer opslaan.

Pullen: jonge kippen die nog niet aan de leg zijn.

Geen opmerkingen: