dinsdag 10 mei 2016

Lei Achten - 3

Nog maar eens wat Achte’s Lei herinneringen. Ik schat dat we nu in de dertiger jaren zitten.

Elk jaar gingen we op bedevaart naar Tienraij, de meest vervelende dag voor ons kinderen. Meestal was het in de zomer en veel te warm.

In augustus was altijd de Kindsheidoptocht. Ik ben een keer Ridder geweest met een houten sabel en mocht daarmee alle ongelovigen het hoofd afslaan, aldus de pastoor.

Wauw! Wie was die pastoor? Hij was zijn tijd ver vooruit. ISIS begon daar pas 80 jaar later mee!

We gingen met de trein naar Amsterdam, naar de stille omgang.

Op school speelden we haasje over, krabboek en hamer- schaar - mes of hiep. We bandelden, maakten pijl en boog met rieten pijlen, we lieten vliegers op tot ongekende hoogten en stuurden er telegrammen naartoe. We maakten knabbussen van vlierenhout en fluitjes van kastanjehout.

We ratsten kersen, appels, peren en pruimen en maakten een mook van geratst fruit om het tussendoor op te kunnen eten.

Soms hadden we een halve zondag (heiligendag): 's morgens naar de mis en dan naar school.
Trouwens, we moesten elke morgen naar de vroegmis. Daarna koffie drinken en naar school.
Op zondag na het lof kregen we een knapkoek.

En dan noteert hij: “Paus Wim en de fazante”.  En: “De Guut zijn huwelijks aanzoek”. 

Ik had daar graag wat meer details over gehoord, maar dat is alles.

Maar ook dit, over dansen met een Engelsman:
Hij: “you are my sweetheart”.
Zij: “joa,ma ozze Sjeng zwieët vul harder”.

En over een opa die met zijn kleinzoon gaat jagen:
Scheet nog is opa, d’n haas hèt ‘t neet gehuurd.

Een een Lottumse spreuk:
Als het water zakt, kraakt het ijs. (Een scheet laten onder het plassen.)

En tot slot nog wat over de Maas, ware poëzie:

De wintermaas:
Kaal en grijs berijpte wanden,
En ijs verstijft de randen.

De zomermaas:
Licht en groen, kabbelend aan de wanden,

Warm weerspiegeld in de heldere randen.

Geen opmerkingen: