zaterdag 28 februari 2009

Mijn sportcarrière


Drie seizoenen heb ik gevoetbald en twee keer kampioen geworden. Twee van de drie, dat kan Johan Cruijff me niet nazeggen. Waarmee ik niet direct wil zeggen dat ik een betere voetballer ben dan JC. Ik werd eerlijk gezegd ook niet kampioen met Ajax of Barcelona, maar toch wel met de jeugd van MPO in Oosterhout en daarvoor met de B jeugd van RKLVV.

Er was weinig anders te doen in Lottum dan voetballen. Na school gingen we meestal kuiten op de Konijnskamp of op het veld van RKLVV. Als tienjarige droomde ik er van om in het Nederlands elftal te spelen en net zo’n ster te worden als Abe Lenstra of Faas Wilkes. Maar ik zal het maar eerlijk toegeven: ik was geen voetbaltalent. Te weinig techniek en te weinig overzicht: teveel mogelijkheden om de bal af te spelen.

Ik zag er professioneel genoeg uit: echte voetbalschoenen, een witte broek en oranje shirt (op maat gemaakt bij Claessen aan de Hoofdstraat), maar Wiel Clevers zei een keer tegen me: “Kooste geej má net zò good speule as ôw pekske d’r oe~tzuut”.

En dat had hij goed gezien. Maar ja, andere sporten dan voetballen waren er toen niet. Toen ik 12 was of zo werd ik lid van RKLVV en speelde bij de B jeugd. Soms werd ik zelfs opgesteld en deed dan altijd 90 minuten lang mijn uiterste best om niemand in de weg te lopen.

We hadden een goed team en konden kampioen worden en daarom was het heel verstandig van de trainer (Theo Verheggen meen ik, zoon van Nol) dat hij mij meestal maar aan de kant liet. Die andere Theo Verheggen (zoon van Piet) en Wim Wilmsen (zoon van Thies) waren de besten denk ik. We speelden tegen alle dorpen in de buurt, en verdomd: we werden kampioen! Rond 1960 moet dat geweest zijn.

Groot feest, de club was trots op ons en we kregen van het bestuur allemaal een glaasje sinas in café De Zwaan van Sef Keiren. Ik had niet meegespeeld in de kampioenswedstrijd, was niet eens reserve, maar mocht wel mee op de foto van het kampioensteam.

Na ons vertrek uit Lottum werd ik in Oosterhout eerst lid van MPO (en werd weer kampioen) en het jaar daarop van TSC, een eerste klasser met een beroemde ex-voetballer als trainer: Kees Rijvers, die later nog coach zou worden van FC Twente, PSV en het Nederlands Elftal. Maar ook die heeft van mij geen ster kunnen maken en toen ik een jaar of 15 was heb ik maar vroegtijdig een punt gezet achter mijn voetbalcarrière

Kapper Gerrit Driessen had al lang daarvoor een andere sportcarrière voor me in gedachte en haalde me over om lid te worden van de judoclub in Horst. Dat leek me wel wat: vechten, iedereen pootje haken. Dus ik klom elke zondagmorgen op de fiets en trapte door weer en wind naar Horst om valbreken te leren en houdgrepen, beenklemmen, arm-, been- en schouderworpen te oefenen. Maar judotalenten had ik ook niet echt en toen een jongen met een blauwe band me een keer in een schouderworp nam en me zo hoog door de lucht slingerde dat ik meters verder neerkwakte en bijna mijn nek brak, had ik er genoeg van en brak mijn judocarrière vroegtijdig af. Verder dan de witte band ben ik nooit gekomen.

Pas toen ik een jaar of 30 was ontdekte ik mijn sport: badminton; weinig overzicht nodig maar je moet snel bewegen en flitsend reageren. Het was te laat om echt goed te worden en competitie te spelen, maar ik kon goed mee en heb er als recreatieve speler veel plezier aan beleefd.

Tegenwoordig speel ik tennis. Ook een sport met een moeilijke techniek, heel anders dan badminton. Te veel dingen waar je tegelijk op moet letten. Je moet er jong mee beginnen zeggen ze, anders wordt het niks. En ik was al bijna 50 toen ik begon, dus ik reken er maar niet te hard op dat ik ooit nog op Wimbledon in actie zal komen.

Mijn pa heeft in zijn jeugd gevoetbald, was ook geen talent, maar werd altijd opgesteld omdat hij hard kon lopen en door zijn snelheid de tegenstanders goed voor de voeten kon lopen. Zoiets is het bij mij met tennis ook. Wat hij in voetbal was, ben ik in tennis: hard werken en lopen op alle ballen. En dan hopen dat de tegenstander de bal een keer uitslaat.

Maar ik heb er wel lol in en speel hier in Oeganda minstens twee keer per week. Wie durft tegen me te spelen a.s. zomer op de Kraayenhof??

Geen opmerkingen: