Zó ben je
gepensioneerd en woont rustig in Brokeze, en zó ben je weer aan het werk aan de
andere kant van de wereld: in Swaziland. Wie het weet te liggen mag zijn vinger
opsteken.
Iedereen weet dat
je het als gepensioneerde te druk hebt voor hobby’s, maar nu ik weer aan het
werk ben heb ik af en toe weer eens tijd voor mijn Roets in Lottum.
Ik schreef de
vorige keer al dat Jeu Stökers ook veel oude Lottumse woorden en uitdrukkingen
verzameld heeft. Ik ben er nog niet toe gekomen om ze allemaal te noteren, maar
hier komen er alvast een paar:
Floetere opscheppen
Sletje verbandje
(unne) Gas 8
schoven (gerven) tegen elkaar aan rechtop gezet, een aantal
Rò~f, röfke korst
van een genezende wond
Zeech kortstelige
zeis
Zeeg tam,
zachtmoedig
Uëj verlegen,
bleu, tam
Triezele rillen,
trillen, stuiteren
Moets korstje,
kontje van de wek
Flimp, flint aanmaakhoutje
Verkeskiëbus varkenskop
Zeumere aren
rapen na het maaien
Zauwel koffiedrats
Onbenirlijk onbarmhartig,
ontiegelijk
Bij “sletje” moet
ik eigenlijk aan iets anders denken, maar Jeu zijn roets zijn veel Lottumser
dan de mijne, dus hij zal zeker gelijk hebben.
“Unne gas” kende
ik wel als “een aantal”, maar Jeu wist de eigenlijke betekenis. In de 50-er
jaren werd het koren nog met een maaibalk gemaaid en viel dan los op de grond.
Vervolgens werd het met de hand in gerven bij elkaar gebonden en met acht
gerven tegelijk rechtop tegen elkaar gezet om te drogen. En die acht gerven
heten “unne gas”.
En hier nog een
paar die me zelf zijn ingevallen:
Knats helemaal
Umtrekke omkleden
Trekke tochten
Klender vergrotende (verkleinende?) trap van klein
Immes, émus iemand
Zaal zadel
Krötje klein
kindje, kleine mens
Oetschoebe de
les lezen, uitscheldenEn voor het lijstje Lottumse namen:
Bosser, Bosser Jan Fam Thissen, Jan Thissen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten