21 Bouten …..
22 Brandbère bramen
23 Broensig bruinachtig
24 Buizen zuipen
25 Burries ?
26 Dabben met de handen/poten graven
27 Deem speen van een koe
28 Dè~s paardevlieg
29 Doeën beej dichtbij
30 Doorslaag vergiet
Bouten zal ik maar niet vertalen, dat is zo'n woord waar ik vroeger een flinke tik voor kreeg.
Het heeft denk ik niks te maken met die illustere Lottumer, d’n Bout, voornaam weet ik niet meer, achternaam Van Dijk. Zoon van Flisse Sjang van de Harmoniezaal.
Broensig, roeëdsig, blauwsig, gè~lsig, greunsig enzovoorts voor alle kleuren, behalve witsig en zwartsig.
Burries: ik weet de NL naam niet, maar dat zijn die twee stangen of palen aan de voorkant van een paardenkar, waar je het paard tussenin spant.
Dabben: graven. Konijnen zijn de beste dabbers, maar vlak de Lottumse rozenkwekers ook niet uit. Op de rozenplak wordt bij het oculeren ook heel wat afgedabd. De rozen worden opgespannen, dan wordt de grond tussen de stammetjes weggedabd en dan kan het oculeren beginnen.
Ik heb eens een zomer lang rozen gebonden bij Wagemans en toen ook heel wat afgedabd. In de hete zon en in de regen op de knieën achter Wagemans Tinus aan, knieën doorgesleten, rug kapot, handen helemaal geschramd, en dat voor het grandioze bedrag van f 0,45 per uur. Na een hele zomer afbeulen had ik 80 gulden verdiend en daarvan heb ik bij kapper Driessen een tweedehandse draagbare radio gekocht. 80 gulden, 36 euro, dat verdienen ze tegenwoordig bijna in een uur!
NB: op 19 maart 2019 trof ik Nel Wagemans! Zij corrigeerde me: in de regen werd er niet gedabt, ge-oculeerd en gebonden!
Deem: speen van een koe. Een berucht demen-incident heeft in de 60-er jaren eens plaats gevonden in d’n Hook. Ik ben er zelf niet bij geweest, maar heb het gehoord van een ooggetuige. Of in elk geval van iemand die iemand kent die erbij geweest is. Ik weet niet meer wie de hoofdpersonen waren, laten we ze voor het gemak maar eens Hay en Truus noemen. In het kort gebeurde het volgende: Hay ritste in het café zijn gulp open, haalde een deem uit zijn broek tevoorschijn, liet hem aan Truus zien, haalde een mes uit zijn zak en sneed hem af. En Truus, die de deem voor iets heel anders aanzag, viel flauw van de schrik.
Dat moet ongeveer zo gegaan zijn. Hay ritst aan de bar zijn gulp open en zegt tegen Truus, die op een kruk zit: “Truus, môtte is kie-ke wát ik hee heb.” Truus: “Báh smérlap, dôt weg dát ding.” Hay laat zijn mes zien en zegt: “Wát krieg ik ván ow as ik um aafsneej?” En Truus, giechelend: “Báh, Hay, schei oe-t doamei, dôt weg dát ding.” Maar Hay pakt zijn mes en rats ....., en Truus trekt bleek weg en valt van de kruk. Zoiets moet het geweest zijn. Wilde dingen gebeurden er in de 60-er jaren in d'n Hook.
Doeën beej: ik weet niet zeker of dat echt Lottums is. De familie van mijn moeder, Nijssen, kwam oorspronkelijk uit Beesel en het kan zijn dat dat woord meegereisd is.
3 opmerkingen:
Reactie van Henk Hendrix:
Het verhaal met die koewendeem is waarschijnlijk een "broodje aap - verhaal". Het is onwaarschijnlijk dat dit echt gebeurd zou zijn omdat ik er nooit van heb gehoord. We hebben een tijd geleden namelijk enkele avonden bij elkaar gezeten met oudere leden van de Harmonie om herinneringen vast te leggen die niet in notulen staan. Daar is dit verhaal niet naar voren gekomen.
Anderhalf jaar later: Henk, ik ben er zelf niet bijgeweest en steek mijn hand er niet voor in het vuur. Maar ik heb het wel als waar gebeurd horen vertellen door iemand die er bij was. Ik weet niet meer wie; het zou Frans Breukers geweest kunnen zijn.
Een reactie posten