101 Knoers kraakbeen
102 Knoevelen knuffelen?
103 Knómmel rotzooi, prullen
104 Knoa~k bot
105 Koaye kaantjes
106 Koes varken
107 Koetelen ruilen
108 Kök gazeuse
109 Köken boeren
110 Krangs um binnenste buiten
Knoers: kraakbeen. Mooi ouderwets Lottums woord. Maar wel heel vies spul.
Hier in Oeganda vinden ze het lekker, ze houden van knagen. Een van de populairste gerechten is cow foot: een koeiehoef in water gekookt, alleen botten en wit, rubberig knoers. Is goed voor de gewrichten, zeggen ze.
Knoevelen: knuffelen? Mijn zussen hebben me verzekerd dat het een echt Lottums woord is, maar ik ken het niet.
Knómmel: rotzooi, prullen. “Ik halt nì vaan dè seks-knómmel” hoorde ik een Lottumse dame een keer zeggen. Rond 1980 was het, maar ik zal hier geen namen noemen.
Knoa~k: bot.
Koaye: kaantjes. Flink uitgebakken en dan op de boterham. Ze moeten ergens in een varken zitten, maar vraag me niet waar.
In de neus kunnen ze ook zitten, maar dat zijn heel andere koaye; niet voor op de boterham.
Koes: varken. Kinderwoordje.
Koetelen: ruilen. Knikkers bijvoorbeeld, die werden veel gekoeteld.
Kök: limonadegazeuse. Exota limonadegazeuse was de officiële naam. Zo’n vies, zoet, geel suikerwater in een fles met een beugelsluiting. Er zat veel koolzuur in en daarom moest je er erg van köken.
Köken: boeren.
Krangs um: verkeerd om. Daar begon het mee, zie mijn eerste bericht.
Nog 162 woorden te gaan tot Zwelf. Plus wat ik in de tussentijd nog vind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten