In Grubbenvorst staat het klooster van de eerwaarde zusters Ursulinen. Daar werd vroeger uiteraard veel gebeden door de dames want daar hadden ze voor doorgeleerd, maar ook lesgegeven en opgevoed, want ze runden er een school; een MULO voor meisjes. Ik weet niet of het ook een dagschool was, maar in elk geval was er een internaat waar de leerlingen niet alleen taal en rekenen en Frans leerden, maar ook goede manieren en waar ze werden opgeleid tot eerbare, kuise jongedames. En dan moesten het liefst nonnen worden natuurlijk, of anders degelijke katholieke huismoeders.
Dat internaat was in de 20-er, 30-er jaren qua opleidingsniveau wel het hoogst bereikbare in de buurt. Mijn moeder heeft er opgezeten en mijn tante Mie Appeldoorn en later ook mijn oudste zus.
Die nonnen hadden allemaal een artiestennaam aangenomen. Hun echte naam was b.v., ik zeg maar wat, Bertha Jansen, maar in het klooster heetten ze dan Mère Josephine of zoiets. Dat klinkt natuurlijk wel even sexier dan “Moeder Bertha”. Maar waarom Mère/Moeder als je hebt gezworen een kuis leven te zullen leiden?
Een van de zusters heette Mère Angèle en die vroeg een keer met een engelachtige stem aan een groep leerlingen: “Meisjes, regent het buiten?”, waarop een van hen in puur onvervalst Lottums antwoordde: “Dát ’t zò zekt, Mère Angèle.”
Die was nieuw natuurlijk, want zo’n taal was verboden. Er werd netjes Algemeen Beschaafd Nederlands gesproken. Ze waren streng, de Mère’s, en ontzettende kwezels waren het ook. Braaf zijn, veel bidden, geen onreine gedachten en geen smeerlapperij in het klooster. Bloot was natuurlijk ontzettend erg taboe. De meisjes mochten hun eigen lichaam niet eens zien, stel je voor dat ze op wulpse ideeën zouden komen! Als ze ’s zaterdags in bad gingen dan moesten ze een wijde witte soepjurk aan om te voorkomen dat ze hun eigen onderdelen konden zien!
Dat internaat was in de 20-er, 30-er jaren qua opleidingsniveau wel het hoogst bereikbare in de buurt. Mijn moeder heeft er opgezeten en mijn tante Mie Appeldoorn en later ook mijn oudste zus.
Die nonnen hadden allemaal een artiestennaam aangenomen. Hun echte naam was b.v., ik zeg maar wat, Bertha Jansen, maar in het klooster heetten ze dan Mère Josephine of zoiets. Dat klinkt natuurlijk wel even sexier dan “Moeder Bertha”. Maar waarom Mère/Moeder als je hebt gezworen een kuis leven te zullen leiden?
Een van de zusters heette Mère Angèle en die vroeg een keer met een engelachtige stem aan een groep leerlingen: “Meisjes, regent het buiten?”, waarop een van hen in puur onvervalst Lottums antwoordde: “Dát ’t zò zekt, Mère Angèle.”
Die was nieuw natuurlijk, want zo’n taal was verboden. Er werd netjes Algemeen Beschaafd Nederlands gesproken. Ze waren streng, de Mère’s, en ontzettende kwezels waren het ook. Braaf zijn, veel bidden, geen onreine gedachten en geen smeerlapperij in het klooster. Bloot was natuurlijk ontzettend erg taboe. De meisjes mochten hun eigen lichaam niet eens zien, stel je voor dat ze op wulpse ideeën zouden komen! Als ze ’s zaterdags in bad gingen dan moesten ze een wijde witte soepjurk aan om te voorkomen dat ze hun eigen onderdelen konden zien!
Maar goed dat die fabriek voor frigide vrouwen niet meer bestaat. Het gebouw staat er nog wel maar ik weet niet of het nog een klooster is en of er nog nonnen in wonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten