Zoals mijn tante An, zo maken ze ze niet meer tegenwoordig. OK, misschien niet de allermooiste, maar ze was de goeiigheid zelf: bescheiden, hard werkend, betrouwbaar, gevoel voor humor, altijd goede zin, zichzelf wegcijferend, altijd klaarstaand voor iedereen, hard voor zichzelf maar zacht voor de rest van de wereld. Ze zou een lieve moeder zijn geweest maar ze is nooit getrouwd en als maagd de kist ingegaan (beweerde ze zelf).
Ik heb wel eens geruchten gehoord over een huwelijksaanzoek van Siebers Puuske, maar daar weet ik het fijne niet van. Zou anders wel aardig zijn geweest, een oom Puuske in de familie. Het barstte van de tantes in mijn jeugd, maar we hadden een acuut oom-tekort. Zeven Nijssen tantes hadden we, maar die leverden samen maar drie ooms aan. Veel later kwam er nog een vierde bij toen tante Nel (de enige die nog leeft) op rijpere leeftijd ome Piet aan de haak sloeg.
Toch nog gelukt. Begin 50-er jaren was ze al eens bijna getrouwd. Ze zou toen samen met haar vrijer Wim Bontje naar Canada emigreren. Wim ging alvast vooruit om alles te regelen en voor te bereiden. Nel zou nakomen en dan zouden ze daar trouwen. Maar Wim regelde het een beetje té goed, dwz hij regelde tevens een nieuwe vriendin waar hij mee trouwde. Nel bleef alleen achter.
Waarom werd er zo weinig getrouwd bij Nijssen? Daar moet de strenge opvoeding van opa Jacobus Nijssen wat mee te maken hebben gehad. Ik heb hem nooit ontmoet, maar weet uit betrouwbare bron dat het geen feestnummer was. Er had een goede muslim aan gezeten: kermis, café, bier, bal, uitgaan, kortom: lol maken en van het leven genieten, daar zat de duivel achter en dat was verboden gebied voor zijn dochters Marie, Nes, Gretha, Trui, Nel, Grada, An en Lies. Degelijke dochters allemaal met degelijke boerennamen. Die kom je tegenwoordig alleen nog tegen in het register van Fries stamboekvee.
Ergens vermoed ik ook wel een klein beetje dat opa het wat hoog in de bol had en de Lottumse kandidaat-vrijers niet gauw goed genoeg vond voor zijn dochters.
Maar terug naar An. In mijn vroegste herinnering, ergens begin 50-er jaren, zie ik haar op de boerderij in Houthuizen rondscharrelen. Daar had ze van kleinsafaan gewerkt, maar Sraar, de enige zoon, erfde de boerderij en toen die een paar jaar later ging trouwen verhuisde An naar het dorp en begon een nieuwe carrière als huishoudster van haar zus Gritta van de bakkerij en VIVO winkel aan de Markt, het pand waar nu Lozeman zit. En daar is ze, samen met Gritta, een kleine 20 jaar lang een tweede moeder voor me geweest. Toen we nog in Lottum woonden bracht ik daar meer tijd door dan thuis: helpen in de bakkerij, 's zaterdags in bad (want dat hadden wij niet) en elke avond TV kijken, want die hadden wij ook niet.
Gritta en An konden het goed met elkaar vinden. Als ze samen in de keuken bezig waren kwetterden ze aan één stuk door. Ze vertelden elk hun eigen verhaal, dwars door elkaar heen, praten, praten, praten en ik zweer je: ze hoorden alleen zichzelf en hadden geen idee waar de ander het over had.
Ze was keihard zei ik al eerder. Een voorbeeld: de tandarts vond dat ze aan een kunstgebit toe was. Alles moest er uit. Normaal gesproken werd eerst de bovenkant getrokken en een week later of zo de onderkant. Maar An vond dat flauwekul: alles ging er in één keer uit, ZONDER VERDOVING!!!
Wordt vervolgd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten