De RK Lagere Jongensschool ging altijd de hele maand augustus dicht: schoolvakantie. Maar vakantie, zoals nu, naar de bergen van Tirol of het strand van de Costa del Sol, dat bestond toen niet. Daar was geen geld voor en vakantie was hoogstens logeren bij een oom en tante.
Ik ging elk jaar twee weken naar ome Sraar en tante Mie Appeldoorn in Lutterade en mijn neven en nichten Miep, Tiny (juli 2008 overleden), Theo, Agnes en Geertje. Gebracht en gehaald met de VW kever van oom Harry.
Geertje was zo oud als ik en we sliepen altijd samen in haar bed; gezellig en lekker warm samen onder de deken. Toen we een jaar of 10 waren mocht het ineens niet meer. Ik snapte destijds niet waarom, dus het had nog wel een jaar langer gekund denk ik, zonder dat Geertje's eerbaarheid in gevaar was gekomen.
Ome Sraar was politieagent; tante Mie was onderwijzeres geweest. Hun huis stond aan de Spoorstraat, vlak bij de staatsmijn Maurits plus nog een aantal chemische fabrieken en je zag overal glimmende opslagtanks, pijpleidingen, vlammen en schoorstenen waar rook uitkwam in allerlei kleuren. En stinken!!!, jezus wat stonk het in Lutterade, zo'n smerige, irritante, chemische lucht. Hij hing overal, die stank, maar dat scheen niemand te interesseren want de mijn was de grootste werkgever, bijna iedereen leefde daar van en hoe harder het stonk, hoe beter het ging met de mijn.
Wat deed ik daar eigenlijk? Winkelen in warenhuis Schenk in Geleen, naar de speeltuin in Stein, het Steiner bos , zwemmen in het bad in Geleen en ook met de buren picnic-en en spelen ergens op een zandberg. De buren dat was de familie Notten: vader, moeder, oma, Hoebèrt, Frans en drie meisjes. Hoebèrt was zo oud als ik, hij was niet helemaal zoals een ander, zei men toen. Hij had niemand om mee te spelen en keek elk jaar uit naar mijn komst. Ik was zijn enige "vrunj" zei hij.
Mijn neef Theo had witte sierduiven. Brave beestjes, een beetje verwaand met die staart omhoog, maar goed afgericht en netjes opgevoed. Overdag vlogen ze vrij rond maar ze moesten wel thuis in de til komen slapen. En als ze zich om 19 uur allemaal gemeld hadden dan gingen de deurtjes dicht. Zindelijk waren ze ook, in de til werd niet gefledderd. Maar wel op mijn kop!!! Toen ik ze 's morgens een keer vrij liet vlogen ze allemaal naar de dakgoot, wachtten tot ik er onderdoor liep en losten allemaal tegelijk hun lading: mijn haren en gezicht helemaal onder de warme, bruine, dunne duivenfledder.
Een van de hoogtepunten van het jaar was dat altijd, logeren in Lutterade. Het hield op toen Jong Nederland begon met het zomerkamp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten