171 Plakken opschieten
172 Plaren klungelen, prutsen
173 Plats rond brood
174 Pletske koekje
175 Poekel rug
176 Poelepetaten parelhoenders
177 Poes boomstronk
178 Poes-erd humus, potgrond
179 Poetje paard
180 Potterskas spaarkas in café D’n Hook
Plakken: ’t plakt good, weej zien al zowàt halverwège. En met dit blog zien we al diek over de helft: tot 300.
Plaren: alles wat een beetje moeizaam gaat: contactlenzen indoen, een draad door het oog van een naald doen: allemaal geplaar.
Plats: rond brood; hebben we het al eens over gehad.
Poekel: rug. Komt van het Duitse woord “Buckel” denk ik, maar daar betekent het “bochel, bult”.
Poelepetaten: zal wel oorspronkelijk Frans zijn: poules patates of zoiets. We hebben er een tijdje een paar in de tuin gehad, voor de eieren. Mooie vogels, maar herriemakers en daarom zijn ze in de pan beland. Lekker vlees.
Poes-erd: humus, potgrond, te vinden in holle bomen. Aan de Houthuizerweg, tussen Coenders en Vosbeek staan links langs de weg een paar holle eiken en daar haalden wij 50 jaar geleden al poes-erd uit.
Poetje: liefkozend woord voor “paard”. Maar dan wel een mooi, sierlijk rijpaardje, geen dikke knol, geen Belgisch trekpaard.
Potterskas: geen Lottums woord, maar misschien wel een typisch Lottums verschijnsel; of in elk geval Limburgs. Café d’n Hook had er een, hij hing achter de bar: een houten kastje met een stuk of twintig vakjes, elk met een sleufje aan de voorkant; 20 spaarpotjes dus eigenlijk. Van de potterskas moest je lid zijn en dan kon je daar elke week een paar kwartjes, dubbeltjes en stuivers instoppen. Eén keer per jaar, met de kermis meen ik, werd die kas opengemaakt en als je dan bv het gigantische bedrag van 50 gulden gespaard had, dan kon je daar rond 1960 nog zo’n 100 glazen bier voor kopen en daar kon je toch al gauw een dag of twee mee vooruit.
1 opmerking:
Meug ik beej ow op poetje ... bij iemand op de rug zitten.
Een reactie posten